In 2018 en 2019 liet Delphy IC in Bleiswijk (NL) twee onderzoeksafdelingen van 1.000 m2 voorzien van AVS-C ventilatie-units. Aanleiding was de start van meerjarig onderzoek naar fossielvrij telen. “Dit systeem geeft veel grip op het kasklimaat”, zegt onderzoeksmanager Lisanne Helmus. Dankzij de koel- en verwarmingsblokken is de inblaastemperatuur goed regelbaar en kunnen we de temperatuur- en vochtregeling volledig loskoppelen. In combinatie met warmte/koudeopslag en een warmtepomp hoeven we nauwelijks gas te verstoken.”
De meerjarige, energiezuinige teeltproeven bij Delphy Improvement Centre kunnen rekenen op grote belangstelling vanuit de praktijk. Dat was al zo voordat de prijzen voor aardgas en elektriciteit in 2022 door het dak gingen. Nu is de noodzaak om energie-efficiënt te telen groter dan ooit.
Helmus: “Dat doen we door de principes van energiezuinig telen consequent toe te passen. We schermen dus intensief, gebruiken full LED lichtinstallaties en hebben voorzieningen om overtollige warmte te oogsten en op te slaan, zodat we daarmee op een later moment in de warmtevraag kunnen voorzien.”
Efficiënt telen onder full LED en gesloten schermen betekent dat het vrijkomende verdampingsvocht niet via schermkieren en luchtramen wordt afgevoerd. Daarmee zou immers ook veel energie verloren gaan. De AVS-C units hebben zowel een verwarmingsblok als een extra koelblok, waarmee vocht wordt onttrokken aan de kaslucht. Tijdens de condensatie van het vocht komt er (latente) warmte vrij, die wordt afgevoerd en opgeslagen voor later gebruik op momenten met warmtevraag.
Voor dat doel beschikt Delphy IC over een warmtepomp en warmte- en koudeopslag voor de korte en lange termijn.
Helmus: “In de proeven richten we ons vooral op het oogsten van warmte en weer benutten op korte termijn, omdat dit om lagere investeringen vraagt. De wijze waarop we het gebruiken in de proeven is het meest relevant. Per saldo hoeven we heel weinig gas te verstoken om in de warmtevraag te voorzien. Afgelopen jaar ging het in de belichte tomatenteelt slechts om ongeveer 5 m3/m2. De rest hebben we, mede dankzij AVS-C, allemaal in kunnen vullen vanuit de korte en lange termijn opslagsystemen. Er is uiteraard ook stroom verbruikt, maar dat kun je in principe op duurzame wijze opwekken.”
Gevraagd naar de verschillen met andere systemen voor actieve ontvochtiging, zegt de research manager: “Met de AVS-C kun je meerdere kanten op en ben je minder afhankelijk van de buitencondities. Je kunt zowel ontvochtigen met behulp van aangezogen buitenlucht, als intern ventileren en ontvochtigen via het koudeblok. Daarnaast kun je de geoogste warmte zowel op korte termijn benutten, als afvoeren en opslaan voor later gebruik. Dat kunnen niet alle systemen. Van die veelzijdigheid maken wij dankbaar gebruik om tegen minimale inbreng van fossiele brandstof maximaal grip te houden op het klimaat.”
Het actieve ventilatiesysteem bevalt de onderzoeksinstelling dermate goed, dat er in 2022 een derde afdeling mee is uitgerust. “De belichte, fossielvrije teelten van tomaat en chrysant lopen door”, verklaart Helmus. “We zijn nu ook gestart met een vergelijkbare proef in paprika. Met AVS-C kunnen we extra stappen zetten in energiebesparing.”
Omdat er niet wordt belicht is het vochtmanagement aan het begin van de teelt minder uitdagend. Dat betekent ook dat er minder latente warmte kan worden geoogst en het warmte-overschot kleiner zal zijn. Een ander nieuw aspect is dat de verdeelslangen voor de behandelde lucht niet onder de teeltgoten hangen, maar net zoals in de chrysantenkas boven het gewas.
“Dat is niet gebruikelijk in vruchtgroenteteelten, maar we hebben er toch bewust voor gekozen”, aldus Helmus. “Wanneer je tijdens actief ontvochtigen relatief koele lucht onderin de kas brengt, zal het daar langer blijven hangen en minder snel mengen met de rest van de kaslucht. Dat is ongunstig voor de temperatuurgradiënt. Het lijkt ons nuttig om nu eens ervaring op te doen met bovenin geplaatste verdeelslangen. Ze zijn transparant, dus het lichtverlies zal beperkt blijven. Uit de resultaten zal moeten blijken of dit daadwerkelijk zorgt voor een efficiëntie slag en mogelijk op grotere schaal kan worden toegepast.”
Lisanne Helmus: “Per saldo hoeven we heel weinig gas te verstoken om in de warmtevraag te voorzien.”